1. MWB
  2. Vertalen
  3. schätzen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • schätzen > EN • schätzen > ES • schätzen > FR
Vertalingen schätzen DE>NL

I schätzen

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃɛʦən]

1) aufgrund von Anhaltspunkten eine Menge, Größe o. Ä. ungefähr benennen - schatten
Die Feuerwehr schätzt den Sachschaden auf 100.000 Euro. - De brandweer schat de materieële schade op € 100.000,00.
Ich hätte ihn jünger geschätzt. - Ik had hem jonger geschat.
Wie weit, schätzt du, ist es noch? - Hoe ver schat je dat het nog is?

2) eine bestimmte Vermutung haben - schatten
Ich schätze, du hast keine Lust mitzukommen? - Ik schat dat je geen zin hebt om mee te gaan?
„Geht das denn?‟ – „Ich schätze schon / nicht.‟ - "Is dat mogelijk?" - "Ik schat van wel / niet."
uitdrukking sich glücklich schätzen

3) den Wert von jemandem / etw. erkennen - schatten
ein von allen geschätzter Kollege - een van de meest gewaarde collega's
Ich weiß deine Hilfe sehr zu schätzen! - Ik weet je hulp zeer te waarderen!

4) deel van de uitdrukking: houden van
Ich schätze es gar nicht, wenn ich um diese Zeit noch gestört werde. - Ik houd er helemaal niet van als ik op dit tijdstip nog wordt gestoord.


II die Schätzung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈʃɛʦʊŋ]
Verbuigingen:  Schätzung , Schätzungen

deel van de uitdrukking: schatting
Vorsichtigen Schätzungen zufolge betragen die Verluste ... - De verliezen zijn volgens voorzichtige schattingen ...

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schätzen (ww.) schatten (ww.) ; inschatten (ww.) ; loven (ww.) ; nadragen (ww.) ; overdenken (ww.) ; postuleren (ww.) ; prijzen (ww.) ; ramen (ww.) ; respecteren (ww.) ; roemen (ww.) ; ingeven (ww.) ; suggereren (ww.) ; taxeren (ww.) ; uitgaan van (ww.) ; vereren (ww.) ; veronderstellen (ww.) ; voorhouden (ww.) ; vooronderstellen (ww.) ; waarderen (ww.) ; iets aanraden (ww.) ; aannemen (ww.) ; achten (ww.) ; adviseren (ww.) ; afwegen (ww.) ; beramen (ww.) ; berispen (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; blameren (ww.) ; eerbiedigen (ww.) ; geloven (ww.) ; gissen (ww.) ; gissing maken (ww.) ; hoogachten (ww.) ; hoogschatten (ww.)
schätzen afschatten ; taxeren ; schatten ; appreciëren
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `schätzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: achten
DE: Achtung erweisen/zollen
DE: ansetzen
DE: bewundern
DE: den Wert bestimmen von
DE: den Wert festsetzen von
DE: ehren
DE: Ehrfurcht erweisen
DE: einschätzen
DE: hochschätzen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich glücklich schätzen NL: z. gelukkig achten, prijzen