Vertalingen schädigen DE>NL
schädigen
werkw.
einen Schaden zufügen -
schade berokkenen vom Krebs geschädigte Organe - door kanker beschadigde organen So etwas kann ein Kind in seiner Entwicklung schwer schädigen. - Zoiets kan een kind in zijn ontwikkeling ernstig schade berokkenen. die Ansprüche der Geschädigten an den Täter / Unfallverursacher - de aanspraken van de gedupeerde bij de dader / veroorzaker van het ongeval |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
schädigen (ww.) | beschadigen (ww.) ; krenken (ww.) ; kwaad doen (ww.) ; nadeel berokkenen (ww.) ; nadelig zijn (ww.) ; verslechteren (ww.) ; verzwakken (ww.) |
schädigen | beschadigen ; duperen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `schädigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: benachteiligenDE: diskriminierenDE: schadenDE: Schaden zufügen