Vertalingen Rückfall DE>NL
I der Rückfall
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈrʏkfal] |
| Verbuigingen: | Rückfall(e)s , Rückfälle |
1) Verschlechterung einer Krankheit, Sucht, Verhaltensweise, nachdem der Zustand schon besser war -
terugval einen Rückfall erleiden - een terugval ondergaan
ein Rückfall in finstere Zeiten / alte Fehler - een terugval naar duister tijden / oude fouten |
2) erneute Straftat nach einem Gefängnisaufenthalt juridisch -
terugval | Rückfalltäter - recidivist |
II rückfällig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: juridisch recidiverend | rückfällig werden - recidiveren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Rückfall | de inzinking (v) ; de recidive ; de terugval (m) |
| Rückfall | herhaling ; hervalling ; recidive ; terugkeer |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; TruetermVoorbeeldzinnen met `Rückfall`
Voorbeeldzinnen laden....
