Vertalingen piepsen DE>NL
piepsen
werkw.
1) mit sehr hoher Stimme sprechen oder singen -
met een heel hoge stem spreken „Krieg ich ein Eis?‟, piepste das Kind. - "Mag ik een ijsje?", piepte het kind. |
2) deel van de uitdrukking: piepen Das Handy piepst beim Einschalten. - Het mobieltje piept bij het aanzetten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
piepsen (ww.) | piepen (ww.) |
piepsen | gepiep |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `piepsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: gackelnDE: gackernDE: gluckenDE: kakelnDE: knarrenDE: kollernDE: krächzenDE: krähenDE: piepenDE: quaken