Vertaal
Naar andere talen: • Picken > ENPicken > ESPicken > FR
Vertalingen Picken DE>NL

picken

werkw.
Uitspraak:  [ˈpɪkən]

1) mit dem Schnabel aufnehmen oder stoßen - pikken
Die Hühner picken Körner. - De kippen pikken naar graankorrels.
Der Vogel pickte an die Scheibe. - De vogel tikt tegen het raam.
Der Papagei hat nach mir gepickt. - De papagaai heeft mij willen bijten.

2) mit den Fingern oder einer Gabel aufnehmen - pikken
Sie pickte ein paar Haare von seiner Jacke. - Zij haalde met haar vingers een paar haren van zijn jas.
mit der Gabel eine Gurke aus dem Glas picken - met de vork een augurk uit de pot prikken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
picken (ww.) peuteren (ww.) ; pulken (ww.)
Picken bodempikken ; pikken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `Picken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: herauspicken
DE: klauben