Vertalingen nüchtern DE>NL
I nüchtern
bijv.naamw.
1) nicht unter Alkoholeinfluss -
nuchter nicht mehr ganz nüchtern sein - niet meer helemaal nuchter zijn |
2) mit leerem Magen -
nuchter auf nüchternen Magen (=bevor man etw. gegessen oder getrunken hat) - op de nuchtere maag
|
3) sachlich, unpersönlich -
nuchter II nüchtern
bijwoord
1) deel van de uitdrukking: nuchter nur nüchtern Auto fahren - alleen nuchter autorijden |
2) deel van de uitdrukking: medisch nuchter Bitte kommen Sie nüchtern zur Untersuchung. - Komt u alstublieft nuchter naar het onderzoek. |
3) deel van de uitdrukking: zakelijk eine Sache nüchtern betrachten - een geval zakelijk bekijken |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
nüchtern | doodgemoedereerd ; doodkalm ; eenvoudig ; fris ; frisjes ; gemoedereerd ; koel ; matig ; niet beschonken ; nuchter ; objectief ; onpartijdig ; sober ; zakelijk ; redelijk |
Bronnen: interglot; Trueterm; WiktionaryVoorbeeldzinnen met `nüchtern`

Voorbeeldzinnen laden....