Vertalingen nächst DE>NL
nächst | aankomend ; aanstaand ; bij ; te ; ter ; toekomend ; toekomstig ; toekomstige ; via ; volgend |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `nächst`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: der
nächste beste
NL: de eerste de besteDE: nächste Woche
NL: de volgende weekDE: nächsten Sonntag
NL: aanstaande zondagDE: nächster Tage
NL: eerstdaagsDE: fürs
nächste
NL: vooreerst, voorlopig