Vertalingen Nachmittag DE>NL
I der Nachmittag
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈnaːxmɪtaːk] |
Verbuigingen: | Nachmittags , Nachmittage |
(in der) Zeit zwischen Mittag und Abend -
(na)middag heute Nachmittag - deze middag am Nachmittag - op een middag |
II nachmittags
bijwoord
Uitspraak: | [ˈnaːxmɪtaːks] |
deel van de uitdrukking: 's middags In der ersten Klasse haben die Kinder nachmittags keine Schule. - In de eerste klas gaan de kinderen 's middags niet naar school. Nachmittags habe ich heute keine Zeit. - 's Middags heb ik vandaag geen tijd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Nachmittag | de middag (m) ; de namiddag (m) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Nachmittag`

Voorbeeldzinnen laden....