Vertalingen Lust DE>NL
die Lust
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [lʊst] |
Verbuigingen: | - , Lüste |
1) der Wunsch, etw. zu tun oder zu essen, trinken -
wens , zin Ich hätte jetzt Lust auf Schokolade. - Ik heb nu zin in chocolade. Er hat keine Lust, ins Kino zu gehen. - Hij heeft geen zin om naar de bioscoop te gaan. |
2) die Freude, die man bei einer Tätigkeit empfindet -
plezier , zin die Lust am Lesen - het plezier van lezen Ich hab jetzt keine Lust mehr! - Ik heb nu geen zin meer! |
nach Lust und Laune (=ganz beliebig, wie man will) - naar believen
|
3) Wunsch nach Sex oder die Freude, die man dabei empfindet -
lust © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Lust | de jolijt ; de zin ; de wellust (m) ; de vrolijkheid (v) ; de tevredenheid (v) ; seksuele begeerte (znw.) ; de pret ; het plezier ; de opgewektheid (v) ; de lust (m) ; de lol ; de leut ; de keet ; de jool (m) ; heftig verlangen (znw.) ; goesting (znw.) ; het genot ; het genoegen ; de gein (m) ; de drift ; content (znw.) ; de blijmoedigheid (v) ; de blijheid (v) ; de begeerte (v) ; de animo ; de aardigheid (v) |
Lust | wens |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Lust`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AusgelassenheitDE: BefriedigungDE: BegehrDE: BegierdeDE: EiferDE: FlauseDE: gefallenDE: GeilheitDE: GelüstDE: Gelüste