Vertalingen losreißen DE>NL
losreißen
werkw.
1) durch Reißen von etw. trennen -
losscheuren Der Sturm hat das Boot losgerissen. - De storm heeft de boot losgetrokken. Der Hund konnte sich losreißen. - De hond kon zich lostrekken. |
2) die Beschäftigung mit etw. beenden, um etw. anders zu tun -
losrukken Er konnte sich kaum von dem Anblick / Buch losreißen. - Hij kon zich amper van het aanblik / boek losrukken. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
losreißen (ww.) | losrukken (ww.) ; losscheuren (ww.) ; lostrekken (ww.) ; scheiden (ww.) ; splitsen (ww.) ; uiteenhalen (ww.) |
das Losreißen | het afrukken |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `losreißen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abreißenDE: aufreißenDE: entzweireißenDE: herunterreißenDE: reißenDE: zerreißen