Vertalingen Konsum DE>NL
I der Konsum
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [kɔnˈzuːm] |
| Verbuigingen: | Konsums |
das Kaufen oder Verbrauchen von Waren, Lebensmitteln usw. -
consumptie , verbruik Der Konsum von Fleisch und Fisch ist gestiegen. - De consumptie van vlees en vis is gestegen.
einen hohen Alkohol- und Zigarettenkonsum haben - een hoge alcohol- en sigarettenconsumptie hebben |
II der Konsument
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [kɔnzʊˈmɛnt] |
| Verbuigingen: | Konsumenten , Konsumenten |
deel van de uitdrukking: economie consument | Das Interesse der Konsumenten an Bioprodukten ist gestiegen. - De interesse van de consument voor bioproducten is gestegen. |
III konsumieren
werkw.
| Uitspraak: | [kɔnzuˈmiːrən] |
deel van de uitdrukking: consumeren | Drogen, Alkohol konsumieren - drugs, alcohol consumeren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Konsum | de consumptie (v) ; het verbruik |
| Konsum | consumptie ; verbruik |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Konsum`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Verbrauch
