I der Kampf

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kampf]
Verbuigingen:	Kampf(e)s , Kämpfe

1) militärische Auseinandersetzung im Krieg - strijd

im Kampf fallen - in de strijd sneuvelen Bei schweren Kämpfen wurden am Wochenende 300 Soldaten getötet. - Tijdens zware gevechten werden in het weekend 300 soldaten gedood.

2) Auseinandersetzung mit körperlicher Gewalt - gevecht

ein Kampf auf Leben und Tod - een gevecht op leven en dood

3) intensive Bemühungen um ein Ziel - strijd

der Kampf gegen den Terrorismus / für mehr Gerechtigkeit - de strijd tegen het terrorisme / voor meer gerechtigheid

jemandem / etw. den Kampf ansagen (=deutlich machen, dass man sich gegen jemanden / etw. einsetzen will) - ten strijde trekken

4) sportlicher Wettkampf ^sport - wedstrijd

Boxkampf - bokswedstrijd Zehnkampf - tienkamp

5) deel van de uitdrukking: conflict

der Kampf der Generationen / Geschlechter - het conflict van de generaties / geslachten

II kämpfen

werkw.

Uitspraak:

[ˈkɛmpfən]

1) deel van de uitdrukking: ^defensie strijden , vechten

an der Front kämpfen - strijden aan het front

2) deel van de uitdrukking: strijden , vechten

gegen jemanden / mit jemandem kämpfen - tegen niemand / met iemand vechten kämpfende Hunde trennen - vechtende honden scheiden

3) deel van de uitdrukking: strijden , vechten

für höhere Löhne / gegen die Armut kämpfen - voor hogere lonen / tegen de armoede strijden Er kämpfte gegen den Schlaf / mit den Tränen. - Hij vocht tegen de slaap / tegen de tranen. Sie hat mit vielen Problemen zu kämpfen. - Zij kampt met veel problemen.

mit sich kämpfen (=über eine schwere Entscheidung nachdenken) - met zichzelf worstelen

4) deel van de uitdrukking: ^sport strijden

um den Sieg / Titel kämpfen - voor de overwinning / titel strijden

© K Dictionaries Ltd.

der Kampf

de botsing (v) ; het conflict ; het gevecht ; de hardloopwedstrijd (m) ; de kamp (m) ; de loop (m) ; de match ; de onenigheid (v) ; de oorlog (m) ; de ruzie (v) ; de slag (m) ; de strijd (m) ; treffen ; de twist (m) ; de veldslag (m) ; de worsteling (v)

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: Anprall
DE: Auseinandersetzung
DE: Differenz
DE: Diskussion
DE: Fehde
DE: Gefecht
DE: Gezanke
DE: Hader
DE: Kampf um die Meisterschaft
DE: Kollision

DE: der Kampf ums Dasein NL: de strijd om het bestaan