Vertalingen Kalender DE>NL
der Kalender
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kaˈlɛndɐ] |
Verbuigingen: | Kalenders , Kalender |
1) Verzeichnis mit den Tagen, Wochen und Monaten eines Jahres -
kalender Termine im Kalender eintragen / notieren - op de kalender afspraken noteren / opschrijven |
2) Zeitrechnung nach astronomischen Gesichtspunkten -
kalender die wichtigsten Feste des jüdischen Kalenders - de belangrijkste feesten van de Joodse kalender |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Kalender | de boekmaag (m) ; de kalender (m) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `Kalender`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbreißkalenderDE: GeburtstagskalenderDE: NotizbuchDE: TaschenkalenderDE: TerminkalenderDE: VormerkbuchDE: WandkalenderDE: Zeitrechnung