Vertalingen improvisieren DE>NL
improvisieren
werkw.
etw. ohne Vorbereitung darbieten -
improviseren Ich musste bei der Prüfung improvisieren. - Ik moest bij het examen improviseren. eine improvisierte Pressekonferenz - een geïmproviseerde persconferentie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
improvisieren (ww.) | improviseren (ww.) |
improvisieren | extemporeren |
Bronnen: interglot; TruetermVoorbeeldzinnen met `improvisieren`

Voorbeeldzinnen laden....