häßlich - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen häßlich DE>NL

hässlich

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈhɛslɪç]

1) abstoßend, sehr unschön - lelijk

Diese Betonblocks sind einfach nur hässlich. - Deze betonblokken zijn gewoon maar lelijk.

2) gemein - lelijk

Ich habe hässliche Dinge zu ihm gesagt. - Ik heb lelijke dingen tegen hem gezegd.

Overige bronnen

hässlich (bnw.)	lelijk (bnw.)
häßlich	obscuur ; weerzinwekkend ; verlopen ; verfoeilijk ; spookachtig ; ontoonbaar ; onooglijk ; onaantrekkelijk ; oerlelijk ; macaber ; lelijk uitziend ; foeilelijk ; duister ; donker ; afzichtelijk ; afstotend ; afschuwelijk ; hatelijk ; hatelijke

Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `häßlich`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: geschmacklos
DE: grundhäßlich
DE: potthäßlich
DE: reizlos
DE: scheußlich
DE: unschön
DE: unästhetisch