Vertalingen Händler DE>NL
der Händler
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhɛndlɐ] |
Verbuigingen: | Händlers , Händler |
die Händlerin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhɛndlərɪn] |
Verbuigingen: | Händlerin , Händlerinnen |
jd, der mit etw. handelt -
handelaar Der Händler muss die defekte Ware zurücknehmen. - De handelaar moet de defecte producten terugnemen. Lebensmittelhändler - supermarkt Autohändler - autohandelaar |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Händler | de koopman (m) ; zelfstandig ondernemer (znw.) ; de zakenman (m) ; winkelier ; de venter (m) ; de ondernemer (m) ; de marskramer (m) ; de marktkoopman (m) ; de kramer (m) ; de handelsman (m) ; de handelaar (m) ; detaillist (m) ; de dealer (m) |
Händler | acceptant ; handelaar ; distributeur ; dealer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; f; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Händler`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AbsatzmittlerDE: AgentDE: BörsenmaklerDE: GeschäftsfrauDE: GeschäftsmannDE: GroßhändlerDE: GrossistDE: HandeltreibendeDE: HäusermaklerDE: Immobilienmakler