Vertaal
Naar andere talen: • Hund > ENHund > ESHund > FR
Vertalingen Hund DE>NL

der Hund

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [hʊnt]
Verbuigingen:  Hund(e)s , Hunde

1) Haustier des Menschen, das vom Wolf abstammt dierkunde - hond
Hunde bitte an die Leine nehmen! - Honden aan de lijn alstublieft!
Vorsicht, bissiger Hund! - Let op, waakhond!
uitdrukking bekannt wie ein bunter Hund
uitdrukking ein dicker Hund
uitdrukking schlafende Hunde wecken
uitdrukking vor die Hunde gehen
uitdrukking auf den Hund kommen
uitdrukking Hunde, die bellen, beißen nicht.

2) deel van de uitdrukking: vent
So ein dummer / gerissener / sturer Hund! - Zo'n stomme / geslepen / koppige vent!
Ich armer Hund! - Ik arme kerel!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Hundde hond (m) ; het hondje
Hund hond ; mijnwagen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Hund`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Blindenhund
DE: Hündin
DE: Jagdhund
DE: Polizeihund
DE: Rüde
DE: Schoßhund
DE: Spürhund
DE: Suchhund
DE: Wachhund
DE: Welpe

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: auf den Hund kommen NL: aan lager wal geraken
DE: vor die Hunde gehen NL: naar de haaien gaan
DE: mit allen Hunden gehetzt sein NL: v. alle markten thuis zijn
DE: da liegt der Hund begraben NL: daar zit de oorzaak van de moeilijkheden, daar zit het hem in
DE: das ist unter allem Hund NL: dat is meer dan erg