Vertaal
Naar andere talen: • Hoch > ENHoch > ESHoch > FR
Vertalingen Hoch DE>NL

Ia hoch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [hoːx]

Ib hohe

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈhoːə]

1) mit großer Ausdehnung nach oben - hoog
Er versank fast im hohen Schnee. - Hij zakte bijna helemaal in de hoge sneeuw.
Schuhe mit hohen Absätzen - Schoenen met hoge hakken.

2) mit großer Entfernung nach unten - hoog
in höheren Luftschichten - in hogere luchtlagen
der höchste Punkt der Kurve - het hoogste punt van de curve

3) gibt die Ausdehnung oder Entfernung nach oben an - hoog
ein drei Stockwerke hohes Haus - een drie verdiepingen hoog huis
Die Absätze waren nur einen Zentimeter hoch. - De hakken waren maar één centimeter hoog.

4) in großem Ausmaß, in großer Menge, mit großer Intensität - hoog
hohe Verluste machen - grote verliezen lijden
hohen Blutdruck haben - hoge bloeddruk hebben
ein hohes Alter erreichen - een hoge ouderdom bereiken
in höchstem Maße - in grote dosis
Ich finde die Strafe zu hoch. - Ik vind de straf te hoog.
uitdrukking Das ist ja das Höchste!

5) sehr gut - hoog
Ich habe eine hohe Meinung von ihr. - Ik heb een hoge dunk van haar.
Hochkultur - hoog ontwikkelde beschaving

6) weit oben - hoog
Er bekleidet in der Armee einen hohen Rang. - Hij bekleedt bij de landmacht een hoge rang.
Der Bürgermeister erwartet hohen Besuch. - De burgemeester verwacht hoog bezoek.
Hochadel - hoge adel
uitdrukking sich zu Höherem berufen fühlen

7) mit schnellen Schwingungen - hoog
ein hohes C spielen - een hoge C spelen

8) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. ist zu hoch für jdn


II hoch

bijwoord

1) deel van de uitdrukking: hoog
ein hoch beladener Wagen - een hoog beladen wagen
Das Gebirge ragte hoch vor ihnen auf. - Het gebergte stak hoog voor hen uit.

2) deel van de uitdrukking: hoog
hoch oben - hoog boven
etw. hoch über den Kopf halten - iets hoog boven het hoofd houden

3) deel van de uitdrukking: hoog
3000 m hoch fliegen - 3000 m hoog vliegen
ein 500 m hoch gelegener Ort - een op 500 m hoog gelegen dorp
Auf der Wiese stand das Wasser zehn Zentimeter hoch. - Op het gazon stond het water tien centimeter hoog.

4) deel van de uitdrukking: zeer
ein hochbegabtes Kind - een hoogbegaafd kind
eine hoch entwickelte Technik - een hoog ontwikkelde techniek
hoch konzentriert arbeiten - zeer geconcentreerd werken
hoch verschuldet sein - diep in de schulden zitten
hochzufrieden - zeer tevreden
uitdrukking aufs Höchste

5) verwendet, um Potenzen anzugeben wiskunde - tot de macht
Drei hoch zwei ist neun (3² = 9). - Drie tot de macht twee is negen (3² = 9).

6) deel van de uitdrukking:
uitdrukking zu hoch singen / spielen

7) deel van de uitdrukking:
uitdrukking zu hoch gegriffen / geschätzt

8) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemandem etw. hoch und heilig versprechen / versichern

9) deel van de uitdrukking:
uitdrukking wenn es hoch kommt

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hoch (ww.) lang leve (ww.)
das Hochhet hogedrukgebied
hoch meermaals ; veelvuldig ; vaak ; tof ; schitterend ; reusachtig ; regelmatig ; mieters ; menigmaal ; in zeer hoge mate ; immens ; hooggelegen ; hoog ; gigantisch ; gaaf ; frequent ; enorm ; dikwijls ; hoogstaand ; lang
Bronnen: Wikipedia; MWB; interglot; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `Hoch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Applaus
DE: Beifall
DE: Beifallsruf
DE: Bravo
DE: Bravoruf
DE: da oben
DE: darüber
DE: dufte
DE: durchdringend
DE: enorm

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: auf hoher See NL: in volle zee
DE: zehn Mann hoch NL: tien man sterk
DE: hoch und teuer schwören NL: bij hoog en bij laag zweren
DE: x hoch 4 NL: x tot de vierde
DE: die hohe Jagd NL: de jacht op groot wild