1. MWB
  2. Vertalen
  3. hintereinander (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen hintereinander DE>NL

I hintereinander

bijwoord
Uitspraak:  [hɪntɐ|aɪˈnaːndɐ]

1) einer hinter dem anderen - achter elkaar
Die Kinder liefen lachend hintereinander her. - De kinderen liepen lachend achter elkaar aan.
Am besten stellt ihr euch hintereinander auf. - Het beste is dat jullie achter elkaar gaan staan.

2) ohne Unterbrechung aufeinanderfolgend - achter elkaar
Sie haben zwei Tage hintereinander gearbeitet. - Zij hebben twee dagen achter elkaar gewerkt.


II hintereinander-

prefix

deel van de uitdrukking: achter elkaar
Wir saßen im Bus hintereinander. - Wij zaten in de bus achter elkaar.
Der Weg ist ziemlich schmal, wir sollten hintereinandergehen. - De weg is behoorlijk smal, wij moeten achter elkaar lopen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
hintereinander achtereen ; aaneen ; in een lijn achter elkaar ; in een lijn naast elkaar
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `hintereinander`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: nacheinander
DE: sukzessiv