Vertalingen hinfahren DE>NL
hinfahren
werkw.
1) zu einem Ort fahren, um etw. zu sehen oder zu erleben -
erheen rijden Heute eröffnet die Ausstellung. Möchtest du mit mir hinfahren? - Vandaag wordt de tentoonstelling geopend. Wil je met mij daarheen rijden? |
2) jemanden / etw. mit einem Fahrzeug an einen Ort bringen -
wegbrengen , wegrijden Soll ich dich mit dem Auto hinfahren? - Zal ik je met de auto wegbrengen? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hinfahren (ww.) | heenrijden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `hinfahren`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: hinfahren über
NL: strijken over