Vertalingen Herd DE>NL
der Herd
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [heːɐt] |
Verbuigingen: | Herd(e)s , Herde |
1) Gerät zum Kochen -
fornuis Er stand am Herd und rührte die Suppe um. - Hij stond aan het fornuis en roerde door de soep. Elektroherd - elektrisch fornuis Gasherd - gasfornuis Herdplatte - fornuisplaat |
2) Stelle, von der aus sich etw. Negatives verbreitet -
haard , centrum Brandherd - brandhaard Entzündungsherd - ontstekingshaard Krisenherd - crisishaard Seuchenherd - besmettingshaard Unruheherd - onrusthaard |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Herd | de haardstede ; de vuurhaard (m) ; de stookplaats ; de stookinrichting (v) ; de rechaud (m) ; de kookplaat ; het komfoor ; kleine kachel (znw.) ; het kacheltje ; haardstee (znw.) ; de haard (m) ; het fornuis |
herd | bakoven ; ziektehaard ; oven ; kookfornuis ; haard ; focus ; elektrolytruimte ; chargedraagconstructie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids
Voorbeeldzinnen met `Herd`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ElektroherdDE: FeuerstelleDE: FeuerstätteDE: FeuerungDE: FeuerungsanlageDE: GasherdDE: GaskocherDE: HeizungDE: HeizungsanlageDE: Kamin