die Haut

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[haut]
Verbuigingen:	Haut , Häute

1) schützende Gewebeschicht, die den Körper von Menschen und Tieren umgibt ^anatomie - huid

zarte / raue / empfindliche Haut haben - zachte / ruwe / gevoelige huid hebben Hautcreme - huidcrème

mit Haut und Haaren (=völlig) - met huid en haar Und der Wolf fraß das Rotkäppchen mit Haut und Haaren auf. - En de wolf vrat roodkapje op met huid en haar.

nur noch Haut und Knochen sein (=sehr dürr sein) - alleen nog maar vel over been zijn

aus der Haut fahren (=sehr wütend werden) - uit zijn vel springen

(jdm) unter die Haut gehen (=jemanden innerlich sehr berühren) - (bij iemand) sterke gevoelens losmaken

nicht in jds Haut stecken mögen (=nicht in jds Lage sein wollen) - niet in iemands schoenen willen staan

sich in seiner Haut wohlfühlen (=mit seiner aktuellen Situation zufrieden sein) - goed in zijn vel zitten

auf der faulen Haut liegen (=faul sein) - op zijn luie gat zitten

2) Fell als Vorstufe von Leder - huid

Häute zum Trocknen aufhängen - huid te drogen hangen Pergament wird aus Tierhaut hergestellt. - Perkament wordt van dierenhuid gemaakt.

3) dünne äußere Schicht von Pfirsichen, Tomaten, Wurst - huid

die vielen Häute der Zwiebel - de vele schillen van een ui Auf der Milch hatte sich eine Haut gebildet. - Op de melk is een vel gekomen.

© K Dictionaries Ltd.

die Haut	het dun huidje ; het hachje ; de huid (v) ; huidschil (znw.) ; de membraan ; het vel ; het velletje ; het vlies
Haut	huid ; schaal

Bronnen: interglot; Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Fell
DE: Flosse
DE: Membran
DE: Pelz

DE: aus heiler Haut NL: zonder eigenlijke oorzaak NL: zo maar, op goed geluk
DE: mit heiler Haut NL: heelhuids
DE: sich seiner Haut wehren NL: zich verdedigen
DE: aus der Haut fahren NL: uit zijn vel springen
DE: nicht aus seiner Haut heraus können NL: zijn aard niet kunnen verloochenen
DE: seine Haut zu Markte tragen NL: zijn leven wagen
DE: eine lustige Haut NL: een vrolijke klant
DE: eine gute Haut NL: een beste, brave man