Vertalingen Hafen DE>NL
der Hafen
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhaːfən] |
Verbuigingen: | Hafens , Häfen |
Stelle, an der Schiffe be- und entladen werden usw. -
haven Das Schiff wird morgen in den Hamburger Hafen einlaufen. - Het schip loopt mogen de haven van Hamburg binnen. Fischereihafen - vissershaven |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Hafen | de haven (v) ; de havenplaats ; de havenstad |
Hafen | haven ; havencomplex |
Bronnen: Trueterm; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Hafen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: Hafenstadt