Vertaal
Naar andere talen: • Hagel > ENHagel > ESHagel > FR
Vertalingen Hagel DE>NL

I der Hagel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈhaːgəl]
Verbuigingen:  Hagels

1) Niederschlag in Form von Eiskörnern meteorologie - hagel
Der Hagel hat schwere Schäden angerichtet. - De hagel heeft zware schade aangericht.
Hagelkorn - hagelstenen

2) große Menge von negativen Dingen - hagel
Ein Hagel von Vorwürfen ging auf ihn nieder. - De verwijten werden als hagel op hem afgevuurd.
im Bombenhagel / Kugelhagel umkommen - in een bombardement / kogelregen omkomen


II hageln

werkw.
Uitspraak:  [ˈhaːgəln]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking es hagelt

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking es hagelt etw.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Hagelde hagel (m) ; de hagelkorrel (m) ; de hagelsteen (m)
Hagel hagel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Hagel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Eisregen
DE: Graupelschauer
DE: Niederschlag
DE: Nieselregen
DE: Platzregen
DE: Regen
DE: Regenfall
DE: Schnee
DE: Schneefall
DE: Schneeregen