Vertalingen Geld DE>NL
das Geld
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [gɛlt] |
Verbuigingen: | Geld(e)s , Gelder |
1) Zahlungsmittel in Form von Münzen oder Scheinen -
geld Hast du genug Geld dabei? - Heb je genoeg geld bij je? Diese Therapie kostet viel Geld. - Deze therapie kost veel geld. |
etw. geht ins Geld (=etw. kostet viel Geld) - veel geld kosten
|
2) eingenommene oder für einen bestimmten Zweck bestimmte Geldsumme -
geld öffentliche Gelder veruntreuen - geld van de overheid verduisteren Forschungsgelder - onderzoeksgelden Trinkgelder müssen versteuert werden - fooien moeten worden belast |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
das Geld | de centen ; de duiten ; financiële middelen (znw.) ; de fortuin ; het geld ; de geldmiddelen ; de geldstukken ; grote som geld (znw.) ; de kapitaal ; de munt (m) ; de muntstuk (m) ; de poen (m) |
Geld | bieden (Afkorting) ; G (Afkorting) ; geld ; munt |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Geld`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: BanknotenDE: BarmittelDE: BarschaftDE: BuchgeldDE: FinanzenDE: finanzielle MittelDE: finanziellen MittelDE: FondsDE: GeldbestandDE: GelderUitdrukkingen en gezegdes
DE: bei
Gelde sein
NL: goed bij kas zijn