Vertalingen Garten DE>NL
der Garten
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgartən] |
Verbuigingen: | Gartens , Gärten |
1) abgegrenztes Stück Land, in dem man Pflanzen anbaut und das man als Erholungsraum nutzt -
tuin frisches Gemüse aus dem eigenen Garten - verse groeten uit eigen tuin Gartenarbeit - tuinwerkzaamheden Gartenfest - tuinfeest |
2) deel van de uitdrukking: park der Englische Garten in München - het Engelse park in München ein botanischer / zoologischer Garten - een botanische / zoölogische tuin |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Garten | de gaard (m) ; de groentetuin (m) ; de tuin (m) ; de volkstuin (m) |
Garten | tuin |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Garten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: GemüsegartenDE: NutzgartenDE: SchrebergartenDE: Ziergarten