Vertaal
Naar andere talen: • Glühen > ENGlühen > ESGlühen > FR
Vertalingen Glühen DE>NL

glühen

werkw.
Uitspraak:  glyːən]

1) ohne Flamme brennen - branden , gloeien
Glühende Lava floss den Hang des Vulkans hinab. - Brandende lava stroomde langs de helling van de vulkaan.

2) mit erhöhter Temperatur wegen Hitze, Fieber, Aufregung o. Ä. - branden , gloeien
Ihre Ohren glühten vor Scham. - Haar oren gloeiden van schaamte.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
glühen (ww.) licht geven (ww.) ; warm maken (ww.) ; verwarmen (ww.) ; verhitten (ww.) ; uitmunten (ww.) ; uitblinken boven (ww.) ; uitblinken (ww.) ; stralen (ww.) ; smeulen (ww.) ; schijnen (ww.) ; onderscheiden (ww.) ; nasmeulen (ww.) ; iets uitstralen (ww.) ; gloeien (ww.) ; glinsteren (ww.) ; fonkelen (ww.) ; excelleren (ww.)
das Glühenhet schemeren ; de gloeiing (v)
Glühen gloed ; stabiliserend gloeien ; incandescentie ; gloeien
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Glühen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: strahlen
DE: strotzen
DE: überfließen
DE: übersprudeln
DE: überströmen