Vertaal
Naar andere talen: • Gewerbe > ENGewerbe > ESGewerbe > FR
Vertalingen Gewerbe DE>NL

das Gewerbe

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [gəˈvɛrbə]
Verbuigingen:  Gewerbes , Gewerbe

1) selbstständige Tätigkeit als Handwerker, Händler o. Ä. - beroep
ein Gewerbe ausüben / anmelden - een beroep uitoefenen / aanmelden
Hotelgewerbe - hotellerie

2) kleiner oder mittlerer Betrieb, Unternehmen - bedrijf
Sie übernahm das Gewerbe ihres Vaters. - Zij nam het bedrijf van haar vader over.
Gewerbegebied - industrieterrein

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Gewerbede activiteit (v) ; het ambacht ; de arbeid (m) ; het bedrijf ; de bedrijven ; de bedrijvigheid (v) ; de bezigheid (v) ; de bureaus ; de fabriek (v) ; het handelsbedrijf ; métier (znw.) ; de stiel (m) ; het vak ; de werkzaamheid (v)
Gewerbe handel ; vak
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Gewerbe`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Arbeit
DE: Beruf
DE: Betrieb
DE: Branche
DE: Eifer
DE: Emsigkeit
DE: Erwerb
DE: Fabrik
DE: Fach
DE: Firma

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Handel und Gewerbe NL: handel en industrie