Vertalingen geschäftlich DE>NL
I geschäftlich
bijv.naamw.
1) sich auf berufliche, meist kaufmännische Angelegenheiten beziehend -
zakelijk eine geschäftliche Unterredung - een zakelijke onderhoud |
2) unpersönlich, formell -
zakelijk etw. in geschäftlichem Ton sagen - iets op zakelijke toon zeggen |
II geschäftlich
bijwoord
1) deel van de uitdrukking: zakelijk Mein Mann ist geschäftlich unterwegs. - Mijn man is zakelijk onderweg. |
2) deel van de uitdrukking: zakelijk sich geschäflich geben - zich zakelijk inspannen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
geschäftlich (bnw.) | zakelijk (bnw.) |
geschäftlich | beroepsmatig ; commercieel ; niet beschonken ; nuchter ; objectief ; onpartijdig ; voor zaken |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `geschäftlich`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: handels-DE: kaufmännischDE: kommerziellUitdrukkingen en gezegdes
DE: geschäftliche Tätigkeit
NL: drukte in zaken NL: (het) zaken doenDE: geschäftlich verreist
NL: voor zaken op reis