Vertalingen gemächlich DE>NL
I gemächlich
bijv.naamw.
ohne Eile -
kalm Wir gingen in gemächlichem Tempo nach Hause. - Wij gingen in een rustig tempo naar huis. |
II gemächlich
bijwoord
deel van de uitdrukking: rustig Er zog sich ganz gemächlich an. - Hij kleedde zich heel rustig aan. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gemächlich | comfortabel ; gemakkelijk ; geriefelijk ; licht ; lichtwegend ; vanzelf ; zonder moeite ; ongehaast ; op zijn gemak |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `gemächlich`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: behaglichDE: gemütlichDE: häuslichDE: lahmDE: saft- und kraftlosDE: schlappDE: schwunglosDE: unbeseeltDE: wohlig