Vertalingen gebrochen DE>NL
I gebrochen
bijv.naamw.
1) von jemandem nur schlecht beherrscht und daher schwer verständlich -
gebroken Er antwortete mir in gebrochenem Englisch. - Hij antwoordde mij in gebroken Engels. |
2) von einem Schicksalsschlag gezeichnet und ohne Lebensmut -
gebroken Seit dem Tod seines Sohns ist er ein gebrochener Mann. - Sinds de dood van zijn zoon is hij een gebroken man. |
II gebrochen
deel van de uitdrukking: gebroken Die Eltern meiner Freundin sprechen nur gebrochen Deutsch. - De ouders van mijn vriendin spreken alleen gebroken Duits. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gebrochen (ww.) | geknakt (ww.) |
gebrochen | in stukken ; verbroken ; stukgebroken ; stuk ; ontevreden ; onklaar ; misnoegd ; kapot ; gebroken ; gebelgd ; gebarsten ; doorbroken ; defect ; buiten gebruik ; beschadigd ; aan stukken ; gebroken |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `gebrochen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: angeschlagenDE: aufgebrachtDE: DefektDE: durchbrochenDE: durchgebrochenDE: entzweiDE: grimmigDE: kaputtDE: kaputtgebrochenDE: kribbelig