Vertalingen Gastronomie DE>NL
I Gastronomie
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [gastronoˈmiː] |
Verbuigingen: | Gastronomie |
Wirtschaftszweig, zu dem Restaurants und Lokale gehören -
horeca Mein Bruder arbeitet in der Gastronomie. Er ist Koch. - Mijn broer werkt in de horeca. Hij is kok. |
II gastronomisch
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: gastronomisch © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Gastronomie | de gastronomie (v) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `Gastronomie`

Voorbeeldzinnen laden....