Vertalingen Gastgeber DE>NL
der Gastgeber
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgastgeːbɐ] |
Verbuigingen: | Gastgebers , Gastgeber |
die Gastgeberin
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgastgeːbərɪn] |
Verbuigingen: | Gastgeberin , Gastgeberinnen |
jd, der Gäste hat und für deren Bewirtung, Unterbringung oder Unterhaltung sorgt -
gastheer © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Gastgeber | de gastgever (m) ; de gastheer (m) ; de gastvrouw (v) |
Gastgeber | gastheer |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Gastgeber`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: EmpfangschefDE: HosteßDE: Steward