Vertalingen freiplädieren DE>NL
| freiplädieren (ww.) | dechargeren (ww.) ; onschuld betuigen (ww.) ; onschuldig verklaren (ww.) ; vrijpleiten (ww.) ; vrijspreken (ww.) ; zuiveren (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `freiplädieren`

Voorbeeldzinnen laden....