1. MWB
  2. Vertalen
  3. flott (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • flott > EN • flott > ES • flott > FR
Vertalingen flott DE>NL

I flott

bijv.naamw.
Uitspraak:  [flɔt]

1) schnell - vlot

2) hübsch und modern - vlot
Du siehst heute aber flott aus! - Jij ziet er vandaag lekker vlot uit!

3) in fahrbereitem Zustand scheepvaart - vlot
Das auf Grund gelaufene Boot ist jetzt wieder flott. - De vastgelopen boot is nu weer vlot getrokken.


II flott

bijwoord

deel van de uitdrukking: snel
flott bedient werden - snel bedient worden
flott vorankommen - snel opschieten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
flott snedig ; hip ; kien ; knap ; mooi ; pienter ; raak ; schrander ; slagvaardig ; slim ; goed ogend ; snel ; snugger ; trendy ; uitgeslapen ; uitnodigend ; verleidelijk ; vlot ; wakker ; welgevallig ; gevat ; aanlokkelijk ; aantrekkelijk ; ad rem ; adrem ; attractief ; bekoorlijk ; bezet ; bijdehand ; clever ; druk ; drukbezet ; flitsend ; fraai ; drijvend ; vlug ; vlot ; nuttig ; levendig ; leuk
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary; Wikipedia; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `flott`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: angeheitert
DE: angenehm
DE: anmutig
DE: anziehend
DE: attraktiv
DE: aufgeweckt
DE: ausgekocht
DE: ausgeschlafen
DE: behende
DE: clever

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: flott leben NL: vrolijk, gemakkelijk leven