Vertalingen Flieger DE>NL
I der Flieger
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈfliːgɐ] |
| Verbuigingen: | Fliegers , Flieger |
deel van de uitdrukking: vliegtuig | Morgen um diese Zeit sitzen wir schon im Flieger nach England. - Morgen om deze tijd zitten wij al in het vliegtuig naar Engeland. |
IIa der Flieger
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈfliːgɐ] |
| Verbuigingen: | Fliegers , Flieger |
IIb die Fliegerin
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈfliːgərɪn] |
| Verbuigingen: | Fliegerin , Fliegerinnen |
jd, der ein Flugzeug steuern kann, bes. privat oder beim Militär -
piloot © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Flieger | de piloot (m) ; de vliegenier (m) ; de vlieger (m) |
| Flieger | soldaat ; vlieger ; vliegers |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `Flieger`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: DracheDE: Pilot
