Vertalingen Fließen DE>NL
fließen
werkw.
Uitspraak: | [ˈfliːsən] |
Verbuigingen: | fließt , floss , geflossen |
1) sich gleichmäßig fortbewegen -
vloeien , stromen ein langsam fließender Bach - langzaam stromend water Die Elbe fließt in die Nordsee. - De Elbe stroomt in de Noordzee. Bei den Kämpfen ist viel Blut geflossen. - Bij de gevechten vloeide er veel bloed. |
2) sich durch eine Leitung o. Ä. bewegen -
stromen 3) etw. wird in großer Menge für etw. verwendet -
vloeien , stromen Die Bestechungsgelder flossen auf ein Konto im Ausland. - De steekpenningen werden naar een bank in het buitenland doorgesluisd. In dieses Projekt sind viel Zeit und Energie geflossen. - In dit project zit veel tijd en energie. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fließen (ww.) | deinen (ww.) ; golven (ww.) ; golvend bewegen (ww.) ; resulteren (ww.) ; stromen (ww.) ; uitvloeien in (ww.) ; vloeien (ww.) |
Fliessen | dilatatie ; het kruipen ; koude vloei ; vloeien ; volumevergroting |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Fließen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abfließenDE: ablaufenDE: strömenDE: wegfließen