Vertalingen fiebrig DE>NL
I fiebrig
bijv.naamw.
1) mit Fieber verbunden -
koortsachtig 2) heiß von Fieber -
koortsachtig Sie fühlte sich fiebrig. - Zij voelde zich koortsachtig. |
3) deel van de uitdrukking: koortsachtig II fiebrig
bijwoord
deel van de uitdrukking: koortsachtig fiebrig glänzende Augen haben - koortsachtig blinkende ogen hebben |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fiebrig | beverig ; koortsig |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `fiebrig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: eilendsDE: eiligDE: gehetztDE: gejagtDE: hastigDE: hektischDE: krankDE: leidendDE: schleunigstDE: ungesund