Vertaal
Naar andere talen: • füttern > ENfüttern > ESfüttern > FR
Zie ook: futtern

Vertalingen füttern DE>NL

I füttern

werkw.
Uitspraak:  [ˈfʏtɐn]

1) sein Fressen geben - voeren
die Pferde (mit Hafer) füttern - de paarden (haver) voeren
den Computer mit Daten füttern - de data invoeren in de computer

2) Nahrung in einer Flasche oder auf einem Löffel in den Mund geben - voeren


II die Fütterung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfʏtəŋ]
Verbuigingen:  Fütterung , Fütterungen

deel van de uitdrukking: het voeren
Wann ist die Raubtierfütterung? - Wanneer worden de roofdieren gevoerd?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
füttern (ww.) prooizoeken (ww.) ; zogen (ww.) ; zitten proppen (ww.) ; voeren (ww.) ; voedsel geven (ww.) ; voederen (ww.) ; uitgebreid eten (ww.) ; tafelen (ww.) ; spijzigen (ww.) ; nuttigen (ww.) ; eten geven (ww.) ; dineren (ww.) ; borstvoeding geven (ww.)
das Füttern voer geven (znw.) ; het voeden
füttern voederen ; voeren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `füttern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: ernähren
DE: mit Nahrung versehen
DE: nähren
DE: zu essen geben