Vertalingen ernüchtern DE>NL
ernüchtern (ww.) | duperen (ww.) ; frustreren (ww.) ; laten zakken (ww.) ; nuchter worden (ww.) ; ontgoochelen (ww.) ; ontnuchteren (ww.) ; tegenvallen (ww.) ; teleurstellen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `ernüchtern`

Voorbeeldzinnen laden....