das Ergebnis

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ɛɐˈgeːpnɪs]
Verbuigingen:	Ergebnisses , Ergebnisse

1) Die Zahl, die man bekommt, wenn man etw. berechnet ^wiskunde - resultaat , uitkomst

Das Ergebnis zu Aufgabe 2 lautet 32. - De uitkomst van opgave 2 is 32.

2) Folge eines Ereignisses / einer Handlung - resultaat , uitkomst

Die Verhandlungen blieben ohne Ergebnis. - De onderhandelingen bleven zonder resultaat. ein gutes Wahlergebnis erzielen - een goede verkiezingsuitslag nastreven

3) das, was beim Nachdenken herauskommt - resultaat , conclusie

Zu welchem Ergebnis ist der Ausschuss gekommen? - Tot welke conclusie is het comité gekomen?

© K Dictionaries Ltd.

das Ergebnis	de gevolgtrekking (v) ; de uitslag (m) ; de uitkomst (v) ; de slotsom ; de slotbeschouwing (v) ; het slot ; het resultaat ; de rekensom ; rekenopgave (znw.) ; de oplossing (v) ; laatste gedeelte (znw.) ; de huiduitslag (m) ; het gevolg ; het fietsslot ; eindsom (znw.) ; de conclusie (v) ; het antwoord ; de afloop (m)
Ergebnis	begrotingsresultaat ; uitvoering ; uitkomst ; uitgangskarakteristiek ; nuttig effect ; Eindpunten

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




DE: Ackerkrume
DE: Antwort
DE: Ausschlag
DE: Ende
DE: Endergebnis
DE: Erfolg
DE: Fahrradschloss
DE: Feststellung
DE: Flechte
DE: Folgerung