Vertalingen entgehen DE>NL
entgehen
werkw.
1) deel van de uitdrukking: einer Sache entgehen (=von etw. Negativem nicht betroffen werden) - ontsnappen
einem Anschlag / einer Strafe entgehen - ontsnappen aan een aanslag / een straf
|
2) deel van de uitdrukking: jds Aufmerksamkeit / jemandem entgeht etw. (=jemand bemerkt etw. nicht) - ontgaan
Vor meiner Frau kann ich nichts verheimlichen; ihr entgeht nichts. - Voor mijn vrouw kan ik niet verbergen; haar ontgaat niets.
|
3) deel van de uitdrukking: jemandem entgeht etw. (=jemand verpasst etw. Positives) - ontgaat
Du weißt ja gar nicht, was dir da entgeht! - Jij weet helemaal niet wat je allemaal ontgaat!
|
sich etw. entgehen lassen (=etw. nicht nutzen) - zich iets laten ontgaan
Diese Gelegenheit werde ich mir nicht entgehen lassen. - Deze gelegenheid zal ik het me niet laten ontgaan.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
entgehen (ww.) | aan iemands aandacht ontgaan (ww.) ; ontduiken (ww.) ; ontgaan (ww.) ; ontlopen (ww.) ; ontsnappen (ww.) ; ontwijken (ww.) ; uitwijken voor iets (ww.) ; vermijden (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `entgehen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abhanden kommenDE: ausweichen vor etwasDE: einbüßenDE: entfliehenDE: entkommenDE: entlaufenDE: entrinnenDE: entschlüpfenDE: entspringenDE: entweichen