1. MWB
  2. Vertalen
  3. elastisch (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • elastisch > EN • elastisch > ES • elastisch > FR
Vertalingen elastisch DE>NL

I elastisch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [eˈlastɪʃ]

1) dehnbar - elastisch
eine elastische Binde - een elastisch verband
Gummi ist elastisch. - Rubber is elastisch.

2) geschmeidig, elegant - elegant


II die Elastizität

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [eˈlastiʦitɛːt]
Verbuigingen:  Elastizität , Elastizitäten

deel van de uitdrukking: elasticiteit

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
elastisch buigbaar ; elastisch ; energiek ; flexibel ; kneedbaar ; krachtig ; rekbaar ; soepel ; veerkrachtig ; verend ; vol energie ; vormbaar ; buigzaam ; elastieken ; uitrekbaar ; veerkrachtig
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; A.M.T.S.; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `elastisch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beugsam
DE: biegsam
DE: dehnbar
DE: entgegenkommend
DE: faltbar
DE: federnd
DE: flexibel
DE: formbar
DE: gelenkig
DE: geschmeidig