Vertaal
Naar andere talen: • einsparen > ENeinsparen > ESeinsparen > FR
Vertalingen einsparen DE>NL

I einsparen

werkw.
Uitspraak:  ainʃpaːrən]

1) durch Sparen nicht verbrauchen - besparen
Die auf diese Weise eingesparte Zeit nutzte er für ein Schläfchen. - De op deze wijze bespaarde tijd gebruikte hij voor een dutje.

2) durch Sparen verringern - besparen
Immer mehr Unternehmen müssen Stellen einsparen. - Steeds meer bedrijven moeten op banen besparen.


II die Einsparung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ainʃpaːrʊŋ]
Verbuigingen:  Einsparung , Einsparungen

deel van de uitdrukking: besparing
Bei den Sozialausgaben sind Einsparungen in Millionenhöhe vorgesehen. - Het plan is om voor miljoenen in de sociale uitgaven te besparen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einsparen besparen ; bezuinigen



Voorbeeldzinnen met `einsparen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beschneiden
DE: ersparen
DE: kürzen