Vertaal
Naar andere talen: • einsilbig > ENeinsilbig > ESeinsilbig > FR
Vertalingen einsilbig DE>NL

I einsilbig

bijv.naamw.
Uitspraak:  ainzɪlbɪç]

1) mit nur einer Silbe taalkunde - eenlettergrepig
einsilbige Reime am Versende - eenlettergrepige rijm aan het einde van de vers

2) wenig sprechend - zwijgzaam
Sie ist heute recht einsilbig. - Zij is vandaag echt zwijgzaam.

3) sehr kurz und daher unbefriedigend - kortaf
Er war mürrisch und gab nur einsilbige Anworten von sich. - Hij was nors en gaf alleen kortaf antwoorden.


II einsilbig

bijwoord

deel van de uitdrukking: korte
einsilbig antworten - korte antwoorden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einsilbig bot ; eenlettergrepig ; kortaf ; zonder omhaal
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `einsilbig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: kurz angebunden
DE: ohne Umschweife