Vertalingen einpflanzen DE>NL
einpflanzen (ww.) | aardappelen poten (ww.) ; implanteren (ww.) ; in de grond zetten (ww.) ; inplanten (ww.) ; planten (ww.) ; poten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `einpflanzen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anpflanzenDE: bepflanzenDE: Kartoffeln anpflanzenDE: pflanzen