1. MWB
  2. Vertalen
  3. einbürgern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • einbürgern > EN • einbürgern > ES • einbürgern > FR
Vertalingen einbürgern DE>NL

I einbürgern

werkw.
Uitspraak:  [ˈainbʏrgɐn]

1) jemanden zum Bürger eines Staats mit allen Rechten machen poliek - inburgeren
sich in Deutschland einbürgern lassen - inburgeren in Duitsland

2) in einem neuen Lebensraum ansiedeln - inheems
Luchse sollen bei uns wieder eingebürgert werden. - Lynxen moeten bij ons weer inheems worden.

3) allgemein gebräuchlich werden - inburgeren
Im Internet hat es sich eingebürgert, Sätze in Großbuchstaben als Schreien zu interpretieren. - Op het internet is het normaal dat zinnen die in hoofdletters zijn geschreven te lezen als uitgeschreeuwd.


II die Einbürgerung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈainbʏrgərʊŋ]
Verbuigingen:  Einbürgerung , Einbürgerungen

deel van de uitdrukking: inburgering
einen Antrag auf Einbürgerung stellen - een verzoek tot inburgering indienen
die Einbürgerung neuer Pflanzenarten - de inburgering van nieuwe plantensoorten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einbürgern (ww.) gewend raken (ww.) ; inburgeren (ww.)
einbürgern inburgeren ; naturaliseren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `einbürgern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auswandern
DE: einwandern
DE: emigrieren
DE: immigrieren
DE: migrieren
DE: naturalisieren
DE: wandern
DE: zuwandern