1. MWB
  2. Vertalen
  3. drücken (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • drücken > EN • drücken > ES • drücken > FR
Zie ook: drucken

Vertalingen drücken DE>NL

drücken

werkw.
Uitspraak:  [ˈdrʏkən]

1) Kraft oder sein Gewicht auf etw. wirken lassen und es von sich weg bewegen oder zusammenpressen - drukken
an die Wand / unter Wasser gedrückt werden - tegen de muur / onder water worden gedrukt
Sie drückte mir einen Geldschein in die Hand. - Zij drukte mij een bankbiljet in de hand.
uitdrukking jemandem die Hand drücken
uitdrukking jemanden / etw. an sich drücken
uitdrukking sich an jemanden / etw. drücken

2) mit der Hand oder dem Fuß betätigen - indrukken
(auf) die Austaste drücken - (op) de uit knop drukken
kräftig aufs Gas drücken - het gas diep indrukken

3) niedriger werden lassen - drukken
Ein zu großes Warenangebot drückt die Preise. - Een te groot goederenaanbod drukt de prijs.

4) unangenehm eng sein - knellen
Die Schuhe drücken an der Ferse. - De schoenen knellen bij de hiel.

5) jemanden psychisch belasten - belasten
ein drückender Schuldenberg - een belastende berg schulden
Das schlechte Wetter drückte auf die Stimmung. - Het slechte weer drukt op de stemming.

6) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich (vor etw.) drücken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
drücken (ww.) duwen (ww.) ; zich wringen (ww.) ; worstelen (ww.) ; voortduwen (ww.) ; strak zitten (ww.) ; persen (ww.) ; knijpen (ww.) ; knellen (ww.) ; klemmen (ww.) ; drukken (ww.)
drücken drukken ; zijn plicht ontlopen ; zich drukken ; vormpersen ; stampen ; forceren ; duwen
Bronnen: Engoi Woordenschatoefeningen; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `drücken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: an sich pressen
DE: andrücken
DE: aneinanderpressen
DE: aufeinanderpressen
DE: ausdrücken
DE: auskeltern
DE: auspressen
DE: auswringen
DE: eindrücken
DE: festsitzen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich drücken NL: uitknijpen, z. drukken