drüben

bijwoord

Uitspraak:

[ˈdryːbən]

auf der anderen Seite von etw. - (daar)ginds , aan de overkant

Siehst du den Baum dort drüben? - Zie je die boom daarginds? Von drüben winkte uns ein Mann zu. - Aan de overkant zwaait een man naar ons.

© K Dictionaries Ltd.

drüben

daar ; daarginds ; ginder ; ginds

Bron: interglot




DE: auf der anderen Seite
DE: auf der Gegenseite
DE: da
DE: dort
DE: dort drüben
DE: ebenda
DE: gegenüber
DE: hier gegenüber
DE: jenseits

DE: hüben und drüben NL: aan deze kant en aan de andere kant, overal