Vertalingen datieren DE>NL
datieren
werkw.
1) mit Datum versehen -
dateren | Er hat den Brief auf den 10. Oktober datiert. - Hij heeft de brief gedagtekend op 10 oktober. |
2) das Alter bestimmen -
dateren | Die Funde konnten noch nicht datiert werden. - De vondsten konden nog niet worden gedateerd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| datieren (ww.) | dagtekenen (ww.) ; dateren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `datieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: mit Datum versehen